De echtgenote van Miljoenenjacht-finalist Arnold van den Hurk uit Son maakte direct na de opnamen duidelijk dat haar man niet zou hebben doorgespeeld voor de eventuele hoofdprijs.

Dit zei presentatrice Linda de Mol dinsdag tijdens een voorlopig getuigenverhoor in de rechtbank van Amsterdam.

Van den Hurk deed in november 2013 mee aan Miljoenenjacht en drukte per ongeluk op de rode knop, waarmee hij een bod van 125.000 euro van de bank aanvaardde. Snel daarna gaf hij aan dat hij zich had vergist en had willen doorspelen. Later bleek in de koffer die hij had uitgezocht de hoofdprijs van 5 miljoen euro te zitten.

Bekijk het opmerkelijke fragment hieronder nog eens terug.

Een deelnemer die zich vergist: het was een unicum in de geschiedenis van het tv-spel, aldus De Mol. "Ik heb toen gezegd: kunnen we niet doorgaan? Maar ik realiseerde me daarna vrij snel dat ik iets onmogelijks had gezegd, omdat uit de beelden bleek dat de rode knop niet per ongeluk was ingedrukt."

Volgens de presentatrice was Van den Hurk teleurgesteld, maar zei zijn echtgenote na afloop dat ze haar man bij de volgende bieding van de bank hoe dan ook zou hebben gevraagd te stoppen. "Ze gaf aan dat ze niet tot het gaatje zouden zijn gegaan, dat ze niet wilde dat haar man zou gokken om zoveel geld."

Rol notaris

Van den Hurks advocaat Peter Plasman was dinsdag desondanks tevreden met de uitkomst van het getuigenverhoor. Behalve Linda de Mol verscheen notaris Jan Piet van Harseler, die tijdens Miljoenenjacht toezicht houdt op de gang van zaken.

"Linda de Mol zegt dat de notaris tijdens het spel de beslissingen neemt", aldus Plasman. "De notaris zelf zegt echter dat niet hij de spelleider is, maar de uitvoerend producent. Verder zegt hij dat niet kon worden doorgespeeld na een vergissing omdat het reglement er niet in voorzag. Maar dat repte ook niet over een rode knop."

In zijn optiek heeft Van den Hurk een koffer uitgezocht met daarin 5 miljoen euro, die nog steeds van hem is.

In de zaak volgt nog een verhoor van de uitvoerend producent. Daarna moet de rechter volgens Plasman bepalen of daadwerkelijk iets is fout gegaan. Is dat het geval, dan kan hij namens zijn cliënt een bodemprocedure aanspannen.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl